De excursie van vorige week zondag was weer geslaagd. Weliswaar liet de zon het wat afweten waardoor het insectenleven en vooral de vlinders een beetje teleurstelde. Door de regen in de voorafgaande dagen stonden de planten er fier bij. Zeer rijk bloeide de Slangenwortel langs het Anton Schleperpad. De Agrimonie komt in bloei, net als de Theunisbloem. Verschillende kleuren geel.
De Braam is nu volop in bloei en trekt duizenden bijen, hommels en zweefvliegen. Leuk om er even bij stil te staan want dan zie je het pas. Het nietige Duits viltkruid op diverse stenige groeiplaatsen. Het lijkt erop of deze plant heeft geprofiteerd van de vorige zeer droge zomer en zijn areaal heeft uitgebreid. De regen heeft veel bloesem van de Vlier doen uitvallen. Volgens Thijsse markeert de bloei van de Vlier de overgang van de lente naar de zomer.
Tegenwoordig valt dit al op een eerder moment.
De wilde liguster strooit een zwaar parfum over ons uit, de Veldlathyrus laat op diverse plekken haar vrolijke bloemtrossen boven de vegetatie uit steken. Niet te verwarren met de Rolklaver die veel algemener aanwezig is in de Oeverlanden.
Er is nog behoorlijk wat vogelzang te horen, ondanks het altijd aanwezige achtergrondlawaai van vliegtuigen, treinen en auto's. Maar naarmate de langste dag nadert neemt de zang al af. De Nachtegaal laat zich niet meer horen.
Bij het baaitje bij het Bankje van Henk genieten we van het uitzicht over het water met het Amsterdamse Bos aan de overzijde. Voor ons Bont kroonkruid, Zwarte toorts, Grote ratelaar, Voorjaarsganzerik, Beemdooievaarsbek. De laatste is een telg van de geranium-familie waarvan diverse leden in de Oeverlanden aanwezig zijn. Zachte ooievaarsbek, Reigersbek, Bermooievaarsbek, etc. In een nabij staande Eik ontwaren we nesten van de Eikenprocessierups, waaruit t.z.t. een klein nachtvlindertje komt. Gepaste afstand houden i.v.m. de brandharen die jeuk kunnen veroorzaken.
Via de altijd fraai bloeiende bermen van de Oude Haagseweg gaan we terug richting depot. We zijn op de juiste tijd voor de massale bloei van Rietorchissen en een bescheiden aantal Bijenorchissen. Samen met Klaprozen, Margriet, Boerenwormkruid, Kattendoorn, Steenanjer, Karthuizeranjer vormen ze een prachtige compositie aan kleuren. Ook al loop je tussen de weghelften, daar kan dus met goed beheer een zeer natuurvriendelijk situatie gecreëerd worden. Kraamkamer van menig vlinder die de stadsbewoner kan verrassen.
Via het moeraspad waar we enkele Linden tegenkomen, Gele lis en Wolfspoot en Eikvaren op de mossen die weer op Wilgen groeien bereiken we weer het depot.
Alles tezamen hebben we ruim honderd soorten planten gezien in een aantrekkelijke omgeving vlak om de hoek. Op het depot hebben we nog genoten van het Rood guichelheil dat in de zon open gaat. Een prettige rondwandeling voltooid.
|